Aquarelleren is een schildertechniek die voor bijna alle onderwerpen geschikt is. Hij leent zich goed voor het opzetten van een snelle schets, die later met een andere verfsoort uitgewerkt kan worden of naar aanleiding waarvan later een nieuwe aquarel gemaakt kan worden.
Het kenmerk van een aquarel is transparantie. Andere soorten verf, waarbij water wordt gebruikt, zijn gouache en acryl, maar beide soorten zijn dekkend. Een ander kenmerk van een aquarel is dat er geen wit gebruikt wordt. Het wit van het papier wordt als zodanig gebruikt.
Er kan op twee manieren geaquarelleerd worden. Men kan na droging laag over laag aanbrengen. Naar gelang het aantal lagen wordt de transparantie minder. De tweede manier is het “nat-in-nat” werken. Hierbij wordt niet gewacht tot een laag droog is, maar schildert men vrijwel meteen verder. Dit heeft tot gevolg dat kleuren in elkaar overlopen, wat prachtige effecten kan opleveren. Enige ervaring voor deze laatste techniek is wel vereist. Kennis van kleuren en de speciale mengtechnieken, die hierbij komen kijken, vergen eveneens enige ervaring.
De eenvoudigste manier van waterverf toepassen is het “inkleuren” van tekeningen. Dit is een goede basis om met het medium vertrouwd te raken. Aquarelverf is een verfsoort waarmee eindeloos geĆ«xperimenteerd kan worden en waarmee na jarenlange oefening schitterende resultaten bereikt kunnen worden.